SiratElMustakiem

Site Admin Geregistreerd op: 26 Okt 2008 Berichten: 21

Het geloof in de Engelen maakt deel uit van de Imaan , en zoals Allah(swt) zegt in de Qor'aan in soerat Al Baqarah ayah 285

" Deze boodschapper gelooft in hetgeen hem van zijn Heer is geopenbaard en ook de gelovigen, allen geloven in Allah, Zijn engelen, Zijn boeken en Zijn boodschappers"

en ook in de Ayah 177

"Het is geen deugd, dat gij uw gezicht naar het Oosten of naar het Westen wendt, maar waarlijke deugd is in hem, die in Allah, de Laatste Dag, de engelen, het Boek en de profeten gelooft"

Als iemand in sommige van deze zuilen gelooft maar niet in de rest, dan is zijn geloof niet juist of compleet.
want Allah(swt) zegt un soerat an-Nisaa ayah 136

"En wie Allah en Zijn engelen en Zijn Boeken en Zijn boodschappers en de laatste Dag verwerpt, is waarlijk ver afgedwaald"

Dus een bekangrijke zuil van ons geloof(Imaan) is het geloven in Engelen, en dat ze wel degelijk echt zijn. Een ware gelovige moet geloven in de Engelen en moet natuurlijk ook zoveel van hen weten.

De Engelen zijn wezens die we niet kunnen zien, we weten zoveel als wat de Qor'aan ons heeft verteld en onze Profeet(saw) in zijn sunnah.
We moeten bepaalde kwaliteiten verstaan van de Engelen en het werk dat ze door Allah(swt) werd gegeven, en hoe ze hun werk doen.

Wanneer zijn de Engelen geschapen
***************************

We weten niet precies wanneer de Engelen zijn geschapen. Het enige wat we weten is dat Allah(swt) hen heeft geschapen vóór de mensen. Waneer Allah(swt) Adam Schiep en hem op de aarde wilde zetten, vertelde Hij(swt) hierover aan de Engelen en dat ze vragen hadden:
Soerat Al Baqarah ayah 30

"En toen uw Heer tot de engelen zeide: "Ik wil een stedehouder op aarde plaatsen," zeiden zij: "Wilt Gij er iemand plaatsen die er onheil zal stichten en bloed zal vergieten, terwijl wij U verheerlijken met de lof die U toekomt en Uw Heiligheid prijzen," antwoordde Hij: "Ik weet wat gij niet weet."

Hier weten we dat de Engelen voor Adam waren,

Het aantal van de Engelen?
********************
Er zijn vele Engelen, en Alleen Allah(swt) weet hun exacte aantal.

Allah(swt) zegt over de engelen die de hel bewaken in soerat al-muddathir ayah 26-31:

26.Weldra zal Ik hem in het Vuur werpen.
27. En wat weet gij wat het Vuur der hel is?
28. Het ontziet niets, noch laat het iets (onverteerd) achter,
29. Het verschroeit het gezicht.
30. Daarover waken er negentien (engelen).
31. En Wij hebben niets dan engelen tot wachters van het Vuur gemaakt. En Wij hebben hun getal niet vastgesteld, dan tot beproeving der ongelovigen

Deze 19 engelen zijn heel groot en hebben ook vele helpers. Toen deze Ayah werd geopenbaard lachte Abou Jahl onze Profeet(saw) uit en zei"Muhammad heeft maar 19 helpers.

vervolgens zei Allah(swt) in al-muddathir ayah 31:

"Niemand kent de legerscharen van uw Heer dan Hij. "

Onze Profeet(saw) zei ook:

"Op de Dag der wederopstanding zal de hel worden getrokken met 70.000 koorden, waarbij dat elke koord 70.000 engelen trekken" overgeleverd door Muslim van Ibn Mas'ood(ra)

dat maakt een totaal van ongeveer 5 Miljard sterke Engelen die instaan voor de Hel.
Namen van de engelen:
*****************

De Engelen hebben namen, we kennen alleen weinig namen en die zijn vermeldt in de Qur'aan en de Sunnah.

In de Qur'aan meldt Allah(swt) de naam van 5 Engelen: Jibreel, Meekaa'eel, Maalik, Haaroot en Maroot.

Er zijn ook namen die vermeldt staan in de ahadieths van de Profeet(saw) zoals Israfeel, Munkar en Nakier.

Er is een du'a die onze Profeet(saw) soms reciteerde voor zijn nacht gebed begon:

"Allamhoema rabbi jibriela wa israfiela faatira samawati wal ardi 3alima alghaibi wa schahadati anta ta7koem beyna 3ibaadika fiema kaanoe fiehi yaghtalifoen ihdieni lama ightoelifa fiehi man al7aqo bi ithnika innaka tahdie man tascha oe ila siraati mostaqiem"

Waar de engelen zijn?
****************

De enegelen zijn altijd in de hemelen, en ze komen naar de aarde toe als Allah(swt) het hen opdraagt.
Ze nemen ook zaken naar de hemelen zoals de goede daden van de mensen, en de zielen van de dood. En soms komen ze ook in grote aantallen naar de aarde toe zoals in Laylat ul-Qadr. Allah(swt) zegt:

"Daarin dalen engelen en de Geest(Jibreel) door Gods gebod neder"(97:4)

Sterven de engelen?
***************

We weten niet of de engelen sterven gedurende dit leven. Allah(swt) heeft niets hierover gezegd en we mogen hierover niets zeggen zonder kennis.
Maar we weten dat op de laatste dag(het uur)Allah(swt) iedereen laat sterven, en dan zal Hij(swt) alleen overblijven, en dan geeft hij hen allemaal terug hun leven op de dag der wederopstanding, Allah(swt) zegt:

"Alles is vergankelijk behalve Zijn Aangezicht"(28:8

Zijn de engelen beter of de gelovigen?
*********************************

Wie is beter? de engelen of de goede mensen? Het juiste antwoord op deze vraag is dat de goede mensen beter zullen zijn in het hiernamaals. Allah(swt) heeft voor deze mensen grote beloningen klaargelegd in Al-Jannah. wanneer de goede mensen Jannah zullen betreden, waarna de engelen hen zullen dienen en hen verwelkomen.
Allah(swt) zegt hierover in soerat Ar-Ra'd(13:23-24) :

"Tuinen der eeuwigheid. Zij en degenen van hun vaderen en hun echtgenoten en hun kinderen rechtvaardig zijn zullen deze binnengaan. En engelen zullen van iedere poort tot hen komen, (zeggende): "Vrede zij over u, omdat gij geduldig waart; ziet, hoe uitstekend is het uiteindelijke tehuis."

Maar in dit leven, zijn de engelen beter dan de meetse mensen, omdat ze Altijd Allah(swt) aanbidden en geen zonden plegen.

Hoe zien de engelen eruit?
**************************
Allah(swt) heeft de engelen van licht gemaakt 'Aaisha zegt dat de Profeet(saw heeft gezegd: "De engelen zijn gemaakt uit licht, de Jinn zijn gemaakt uit rookloos vuur, en Adam was gemaakt van wat De Oqr'aan is verteld (moeslim)

Zijn al de Engelen dezelfde?
****************************

De engelen zijn dezelfde in vele opzichten, maar ze zijn niet exact dezelfde. Sommigen zijn sterker dan andere; sommige zijn groter als de andere; sommige zijn dichter bij Allah(swt) dan andere; enz.. Elke Engel heeft zijn eigen plaats en werk.
Allah(swt) zegt in soerat as-Saffaat (37:164-166) gezegd:

En er is niet één onzer of hij heeft een vaste plaats. Waarlijk wij zijn degenen die in rijen gerangschikt zijn. En voorzeker wij verheerlijken (God).
De positie van Gabriël (Djibrîl) in de islam
De engel Gabriël is in de islam bekend als Djibrîl. In deze bijdrage zal aandacht worden besteed aan de vormen die Djibrîl of Djabrâ'îl in de islam aannam, evenals de taken en de dood van deze engel vanuit islamitische visie. Daarbij komen de volgende aspecten aan de orde: 1. De vormen van Djibrîl in de islam 2. De taken en de dood van Djibrîl in de islamitische teksten Ter afronding
1. De vormen van Djibrîl in de islam Voordat ik met dit thema aanvang, wil ik eerste wijzen er op dat de naam Djibrîl zo'n drie maal in de koran valt (2:97-98, 66:4). Naar de islamitische opvatting staat vast dat met de term Djibrîl gedoeld wordt op de engel die de Goddelijke bevelen moet gehoorzamen. Dit komt overeen met het volgende koranvers: "O gij die gelooft, vrijwaart uzelven en uw aanverwanten voor een Vuur, welks brandstof zijn de mensen en de stenen, waarover gesteld zijn ruwe en verschrikkelijke engelen, die Allah niet ongehoorzaam zijn in wat Hij hun beveelt en doen wat hun bevolen is" (Soera 66:6). Als we de geschriften van de islamitische geleerden nader beschouwen, merken we op dat Djibrîl en andere engelen zoals Mîkâ'îl en Isrâfîl niets anders dan dienaren van Allâh zijn (zie al- Bayhaqî, Shu c ab al-Imân, vol. 1, p. 405 en al- Suyûtî, al-Habâ'ik fî Akhbâr al-Malâ'ik, p. 10).
Dit kan worden bevestigd door de interpretatie van Ibn c Abbâs (een Genoot van de Profeet) op de namen van de reeds bovengenoemde engelen, hij zei: Djibr, Mîkâ en Isrâf zijn namen die de betekenis van dienaar ofwel van slaaf hebben. Tevens verwijst het begrip 'Iyl' naar Allâh de verhevene (zie de uitleg van het vers 98 uit Soera 2 in de exegese van al-Qurtubî getiteld 'Ahkâm al-Qur'ân'). Op grond van deze interpretatie kunnen we constateren dat de naam Djibrîl in de islamitische traditie de betekenis van dienaar heeft [de dienaar van 'Iyl' ofwel van God] (vergelijk het met de betekenis van die naam in de Oude Testament, zie het artikel 'Djabrâ'îl' in The Encyclopaedia of Islam, vol. 2, pp. 362-64). In dit verband kan worden gewezen op andere namen van Djibrîl in de koran. In Soera 26:193 wordt hij ook genoemd als de 'welbetrouwde Geest'(dit wordt in het Arabisch aangeduid met de term 'al-Rûh al- Amîn'): "Waarmede is nedergedaald de welbetrouwde Geest". Tevens wordt hij in andere Soera's als de 'Geest' (al-Rûh) genoemd: "In haar stijgen neder de engelen en de Geest (=Gabriël), met verlof van hun Heer, krachtens elke bestiering" (97:4, zie ook Soera 19:17). Kortom, kan worden gezegd dat Djibrîl, ofwel de welbetrouwde Geest, een engel is die met de openbaring tot de Profeet placht neer te dalen. Tot zover de betekenis van de naam Djibrîl in de islam. Hoe staat het nu echter met de vormen die Gabriël in de islam aannam?
Uit islamitische bronnen vernemen we dat toen de Profeet 40 jaar was, hij via Gabriël de eerste vijf verzen van Soera 96 kreeg: "Lees op in de naam van uw Heer, die geschapen heeft", tot en met "Die de mens onderwezen heeft hij niet wist". Dit was namelijk de eerste ontmoeting van de Profeet met de engel Djibrîl. Als bewijs hiervoor wordt de uitspraak van de Profeet op gezag van c Aisha aangehaald: "Het eerste waarmee de openbaring aan de Profeet (God zegene hem en schenke hem vrede!) begon was dat hij in zijn slaap waarachtige visioenen zag [die dus uitkwamen]. Zo zag hij geen enkel visioen of het verscheen hem als het aanbreken van de dageraad. Vervolgens werd hij aangetrokken door de eenzaamheid. Zo bracht hij meerdere nachten in afzondering in de grot van Hirâ' in gebed door, voordat hij weer naar zijn familie verlangde, waarop hij zich geestelijk voorbereidde. Vervolgens placht hij naar Khadîdja terug te keren en bereidde hij zich weer voor op een nieuwe periode van afzondering in gebed. Hierop kwam de Waarheid tot hem, terwijl hij verbleef in de grot van Hirâ'. De engel (hiermee wordt gewezen op Djibrîl) kwam tot hem en zei: 'Lees op!', maar hij antwoordde: 'Ik kan niet lezen!' Hierop drukte hij mij neer, totdat ik geen weerstand meer had. Daarop liet hij mij heengaan. Hierop
zei hij (wederom): 'Lees op!', waarop ik ten tweeden male antwoordde: 'Ik kan niet lezen!' Hierop drukte hij mij ten tweeden male neer totdat ik geen weerstand meer kon bieden, waarop hij mij wederom liet gaan. Hierop zei hij mij: 'Lees op!', waarop ik ten derden male antwoordde: 'Ik kan niet lezen!' Hierop drukte hij mij ten derden male neer totdat ik geen weerstand meer kon bieden, waarop hij weer liet gaan. Hierna zei hij tegen mij: 'Lees op in de naam van uw Heer, die geschapen heeft". Op grond van deze tekst blijkt niet duidelijk welke vorm heeft Gabriël aangenomen, maar althans kunnen we vaststellen dat de vorm van Gabriël niet zo verschrikkelijk voor de Profeet was, anders zou hij dit vermelden. Uit de bronnen van de levensloop van de Profeet (Sîrat al-Nabiyy) vernemen we dat na de openbaring van de eerste vijf verzen van Soera 96 de openbaring gedurende een bepaalde periode (de maximale tijdsduur van deze periode bedraagt 40 dagen) werd onderbroken
De Profeet ging echter af en toe naar de grot van Hira en naar omliggende bergen in afwachting van een bezoek van Gabriël. Volgens sommige berichten placht de Profeet tijdens deze onderbreking naar het hoogste punt van de bergen te klimmen, met het voornemen om daar een einde te maken aan zijn leven. Daar zou Gabriël hem verschenen zijn en hem het volgende gezegd hebben: "O, Muhammad! Jij bent werkelijk de Gezant van Allah". Op grond van die mededeling zou de Profeet zijn plan hebben laten varen. De experts in de wetenschappen van de profetische traditie (muhaddithûn) hebben deze overlevering afgewezen en als een zwakke hadîth (=uitspraak van de Profeet) beschouwd (vgl. bijvoorbeeld het boek van Ibn Hadjar al- c Asqalânî, Fath al-Bârî, vol 16, p.12). De zwakheid van deze uitspraak wordt nog extra benadrukt door het feit dat Gabriël herhaaldelijk tegen de Profeet gezegd zou hebben: "O, Mohammed! Jij bent werkelijk de Gezant van Allah". Desalniettemin zou echter
de Profeet volgens deze hadîth herhaaldelijk aan zijn leven een eind hebben willen maken. Maar als deze uitspraak juist zou zijn, dan zou het voldoende geweest zijn om de Profeet van de uitvoering van zijn plan te weerhouden dat Gabriël dit één keer zou hebben gezegd! Sommige islamitische denkers hebben de fout begaan om dit verhaal voor waar te houden. Het verhaal kan gezien worden als een valkuil waarin vele westerse onderzoekers zijn gevallen. Een voorbeeld is M. Rodinson, die deze uitspraak in zijn boek Mohammed vermeldt (zie pagina 73). Op grond van de behandelde gegevens blijkt dat de Profeet toentertijd Gabriël niet ontmoette.
De betrouwbare verzamelingen van de profetische tradities vermelden dat na de vermelde onderbreking, het proces van de openbaring wederom tot stand kwam. Het begon toen de Profeet een geluid hoorde dat afkomstig was uit de lucht. Toen hij omhoog keek, zag de Profeet Gabriël in de vorm waarin hij was geschapen. Hierop keerde hij angstig huiswaarts en vroeg zijn vrouw Khadîdja om hem te bedekken. Daar heeft Khadîdja hem gerust gesteld en tegen hem gezegd: 'Dit is een teken dat je blij moet maken. Bij God, die mijn ziel in Zijn hand heeft, ik hoop voor jou dat jij de Profeet van deze natie (umma) zult worden!' (zie Sîrat Ibn Hishâm, vol. 1, p. 23. Hierbij dient te worden opgemerkt dat dit de eerste keer was waarin de Profeet Gabriël in zijn oorspronkelijke schepping heeft gezien. Als we Soera 81:23 en Soera 53:13 lezen, merken we op dat de Profeet Gabriël wederom in de vorm waarin hij was geschapen heeft gezien. Dit vond plaats in de nachtreis ofwel de hemelreis (Laylat al-Isrâ'wa'l-Mi c râdj) van de Profeet in het zevende jaar van de oproeping tot het profeetschap. Naar de islamitische opvatting staat vast dat Gabriël andere vormen heeft aangenomen. We lezen bijvoorbeeld in de traditieverzameling van al-Bukhârî dat de Profeet Gabriël met 600 vleugels heeft gezien (zie Sahîh al-Bukhârî, vol. 8, p. 610). Eveneens wordt in de koran vermeld dat Allâh de 'Geest' Gabriël naar Maryam heeft toegezonden in de menselijke vorm: "Toen zonden wij tot haar onze Geest, welke voor haar de gelijkenis aannam van een welgevormd menselijk wezen" (Soera 19:17). Aan de andere kant zien we dat Gabriël soms in de vorm van een Arabier kan verschijnen om de Profeet de grondbeginselen van de islam te leren (zie de traditieverzameling van al-Bukhârî, vol. 1, p. 114 en die van Muslim, vol. 1, p. 37). Tevens kan hij in de meeste gevallen de vorm van de bekende Genoot van de Profeet, Dihya Ibn Khalîfa al-Kalbî aannemen. Hierbij verdient de volgende vraag nog te worden gesteld: hoe verklaren de geleerden van de islam de diverse
vormen die de engel Gabriël heeft aangenomen? Ter beantwoording van deze vraag vermelden de islamitische bronnen dat het verschijnen van Gabriël in de menselijke vorm meer de betekenis van het versterken van het gemoed van de Profeet heeft. Aan de andere kant vormt het verschijnen van die engel in zijn oorspronkelijke schepping het bewijs van de almacht van de schepper, aldus de islamitische geleerden. Hierbij doen de volgende vragen zich voor: welke zijn de taken van Djibrîl in de islam en welke is de visie van de moslims op de dood van deze engel?
2. De taken en de dood van Djibrîl in de islamitische teksten: Zoals gezegd, placht Gabriël immers met de verzen van de koran tot de Profeet neer te dalen en verschafte hem aanwijzingen over de plaats van elk vers in de betreffende Soera. Dit was namelijk niet de enige taak van Gabriël. Daarentegen kwam hij bij de Profeet iedere Ramadan, met name in de nachten, om samen de koran door te nemen (zie al-Bukharî, vol. 1, p. 30). Eveneens verrichtte hij het gebed (de Salât) voor de ogen van de Profeet om het hem te leren (Ibid, vol. 6, p. 305). Op grond van diverse religieuze teksten blijkt ook dat hij in de veldslagen van Badr (dit vond plaats in het tweede jaar na de emigratie van de Profeet naar Medina) en al-Khandaq ofwel de slag van de Gracht (in het vijfde jaar na de emigratie van de Profeet) deel van het leger van de moslims maakte. Dit komt bijvoorbeeld overeen met het volgende koranvers: "Toen gijlieden uw Heer aanriep om hulpe Hij, u verhorende, sprak: Ik zal u versterken duizend van de engelen achter u aan" (Soera 8:9, zie ook Soera 33:9). Het is bekend binnen de islamitische traditie dat Gabriël de leider van deze groep engelen was, aldus al-Bukharî. Eén van zijn taken is ook de Profeet te beschermen wanneer hij met tal van moeilijkheden en problemen werd geconfronteerd. Bovenal wijzen de islamitische bronnen erop dat Allah het volk van 'Lût' heeft gestraft door de engel Gabriël op hen af te sturen, in gezelschap van een paar engelen (zie de exegese van Ibn Kathîr rond de verzen 77 tot en met 88 uit Soera 11). Dit alles betekent
voor de moslims dat Gabriël een dienaar van Allah is die de taken van God moet uitvoeren en zijn bevelen moet gehoorzamen (zie in dit verband Soera 66:6). Op grond van allerlei uitspraken van de Profeet is gebleken dat Gabriël van goede mensen houdt (zie al-Bukharî, vol. 6, p. 303 en Muslim, vol. 4, p. 2030). Tevens is hij te beschouwen als de vriend van de Profeet. Dit blijkt uit door wat al-Tirmidî in zijn traditieverzameling heeft overgeleverd. Hij deelt mee dat de joden tegen Muhammad zeiden: 'Iedere Profeet kreeg de openbaring via een engel, wie is dan jouw vriend om u te volgen? (hiermee wordt bedoeld vanwege welke engel heb je de openbaring ontvangen?). Hij zei: Djibrîl, ze zeiden: degene die voor het voeren van oorlog kwam, hij is onze vijand. Als jij Mikâ'îl noemt, die regen en Barmhartigheid voor ons meebrengt, dan zouden wij u volgen. Hierna heeft Allah het vers 97 uit Soera 2 geopenbaard: "Zegt: wie is vijandig geweest aan Djibrîl? Hij toch is het, die het heeft neder gezonden op uw hart". Dit vormt voor de moslims het bewijs dat Gabriël een vriend voor alle moslims is. Hierbij kan men zich afvragen: zou Gabriël volgens de islamitische opvatting ook overleden net als alle andere schepselen? De islamitische geleerden zijn van mening dat engelen net als mensen en djinns ook sterven. Ze beargumenteren dit standpunt met het volgende koranvers: "En er wordt geblazen in de bazuin, zodat bezwijmen al wie in de hemelen en wie op de aarde zijn, behalve wie Allâh wil, daarna wordt een tweede maal daarin geblazen, en dan staan zij plots overeind en zien rond" (39:6.Dit vers betekent volgens de exegeten van de koran dat Gabriël en alle andere engelen zullen overlijden. Isrâfîl, de engel des dood (Malak al- mawt), zal als de laatste engel sterven, aldus Ibn Kathîr (vergelijk het met vers 88 uit Soera 2. Vooraf moet nogmaals opgemerkt worden dat de naam ' c Isrâ'îl', die bij sommigen als de engel des dood wordt genoemd, niet in de islam bestaat. De experts op gebied van de profetische traditie wijzen er op dat de term ' c Isrâ'îl' tot stand is gekomen onder de invloed van de Israëlitische verhalen (ofwel de verhalen die over de Israëlieten zijn overgeleverd), die in bepaalde islamitische boeken zijn vermeld. Om deze reden hebben de islamitische geleerden strenge en solide criteria gesteld om alle verhalen en uitspraken van de Profeet te toetsen.
Ter afronding Uit het voorafgaande kan worden vastgesteld dat binnen de islamitische teksten Gabriël een cruciale plaats inneemt. Hij is volgens de moslims echer niet meer dan een engel ofwel een dienaar, die de bevelen van Allâh moet gehoorzamen. Vanuit deze gezichtshoek kunnen we constateren dat de vormen die Gabriël in de islam aanneemt in het kader van de gehoorzaamheid aan de Scheper moeten worden gezien. Toch is de eerste ontmoeting van de Profeet met Gabriel in de grot van Hira (toen hij 40 jaar was) te beschouwen als de beginperiode van de geschiedenis van de islam. Vanaf die tijd kreeg de Profeet de openbaring via de welbetrouwde Geest 'Djibrîl'. De periode van de openbaring duurde ongeveer 23 jaar: 13 jaar in Mekka en 10 jaar in Medina. De hoeveelheid verzen die per nederzending aan de Profeet werd geopenbaard liep uiteen. Soms ging het maar om een enkel vers of slechts een gedeelte daarvan. Soms kreeg hij echter twee, vijf of tien verzen van de koran in een keer geopenbaard. Negen dagen voor zijn overlijden kreeg de Profeet via Gabriël het laatste geopenbaarde gedeelte van de koran, dat als volgt luidt: "En vreest een dag, waarop gij teruggevoerd zult worden naar Allah, waarna aan iedere ziel gekweten zal worden wat zij verworven heeft, zonder dat hun onrecht gedaan wordt" (2:281). Als bewijs hiervoor kan worden aangevoerd wat al-Nasâ'î op gezag van Ibn c Abbâs meedeelt, namelijk: "De laatste openbaring van de koran is 'En vreest een dag, waarop gij teruggevoerd zult worden naar Allah'. De Profeet heeft na deze laatste nederzending nog negen nachten geleefd". Kortom met het overlijden van de Profeet in het jaar 632 A.D zijn de taken van Gabriël, met betrekking tot de openbaring van de koran stop gezet.

geschreven door: Drs. Abdelilah Ljamai, assistent in opleiding aan de Theologische Faculteit Tilburg.